Facebook

Volg ons

Daar zat ik weer. Aan die mij zo vertrouwde keukentafel. Nog wel. Uitzicht op het land en verderop het Mantingerzand. Kijkend naar de laatste paar dieren die we nog hebben. Stiekem een traantje weg pinkend. Als die keukentafel toch eens kon praten. Hoe vaak zou die het spreekwoord ‘Er is een tijd van komen en een tijd van gaan’ het laatste jaar gehoord hebben?
Veel boerenbedrijven zijn al generaties in de familie. Worden overgedragen van opa op vader op zoon en ga zo maar door. Heel soms wordt het bedrijf verplaatst naar een andere locatie, maar zelden wordt er uit het niets gestart. Wij deden dat wel. Drie-en-een-half jaar geleden kochten we onze boerderij. Een sprong in het diepe. In september 2018 kwamen onze eerste koeien. Uitgezocht in Denemarken, zodat we een deel van een familiekudde konden kopen. Wat waren we trots. En eigenlijk nog. Trots dat het ons gelukt is. Uit het niets een boerenbedrijf starten, eindelijk onze eigen stek en onze eigen koeien. Eindelijk waren we boer en volgenden we onze droom. Eindelijk was die tijd gekomen.
In mijn vorige column hebben jullie kunnen lezen dat we ons het laatste jaar afgevraagd hebben of we nog wel echt boer waren, of we onze droom nog wel leefden. Dat het antwoord te vaak nee was en dat er ‘een bord in de tuin’ gezet is. Wat heeft die column veel reactie opgeroepen. Ik kreeg lieve berichtjes maar ook kritische noten en alles daartussenin. Maar vooral veel vragen. Vragen over de toekomst van de boerderij, onze eigen toekomst en vragen over de toekomst van de koeien.

Bijna alle dieren zijn in één week tijd weggegaan, een kleine 200 stuks. Deels naar andere boeren, en deels naar de slacht. Ik vond, en vind, het één van de moeilijkste dingen in dit hele proces. Het afscheid nemen van ‘onze dames’, zoals we de koeien meestal noemde, valt zwaarder dan ik had verwacht. Weer een moment om iets te laten gaan, terwijl het moment dat ze kwamen nog zo vers op mijn netvlies staat. Ik zie een groot deel nog de veewagen uitlopen. ‘Tante An’, altijd de leidster van de kudde gebleven, voorop. En ook ‘Oma’ zie ik zo nog haar nieuwe stal binnenlopen gevolgd door nummer 444. Een pittige dame die me het hok uit werkte, waarop ik haar dreigde te slachten als ze zich niet wat vriendelijker ging gedragen. Gelukkig draaide ze bij, want ze was een plaatje om te zien en een topmoeder.

Op het moment dat ik dit schrijf, met tranen in mijn ogen aan de keukentafel, zie ik de laatste 2 koeien en 2 kalveren in het weiland naast het huis lopen. Ook zij vertrekken binnenkort. Een van de twee koeien, ze heet Inge en is 9 jaar, is drachtig. Dat was niet de bedoeling, maar Harry greep op een onbewaakt moment zijn kans en schoot ook nog eens raak. Een goede plek voor Inge vinden was, door haar leeftijd i.c.m. de dracht, uitdagend, maar is gelukt. Binnenkort vertrekt ze naar haar nieuwe eigenaar. Een boer die, net als wij, ruim 3 jaar geleden een kudde koeien uit Denemarken kocht, van dezelfde eigenaar als wij. Inge gaat dus weer terug naar haar familie. Het is tijd voor haar om te gaan.
En wanneer is het voor ons tijd om te gaan? Waar zullen we terecht komen? Ik heb nog geen idee. Ik ben dan ook geen zekerheidszoeker, gelukkig maar. En als ik even twijfel aan onze beslissing zet ik een lekker muziekje op en juist dan hoor ik Martijn Buwalda het volgende zingen: “Het is een sprong in het diepe met mijn ogen open. Een stap die me uitdaagt om weer te geloven. Het is spannend, het is eng, maar sinds wanneer is dat een reden om iets niet te doen…?

Elvira van Maanen

“Mama? Waarom heeft onze lucht meer sterretjes dan de lucht hier bij de winkel?” een vraag die onze dochter Linde (3) mij onlangs stelde. Ik kijk met haar naar de lucht en laat het antwoord even achterwege. Thuis aangekomen, kijken we samen weer naar de lucht. Ze heeft gelijk, door het open gebied rond ons bedrijf, zie je meer sterretjes in dezelfde lucht.

Rond 1713 brak in Nederland voor het eerst runderpest uit. Een virus ziekte die hoge koorts en heel veel sterfte kon geven bij runderen. Er zijn dorpen waar nog minder dan 10% van de dieren de uitbraak van runderpest overleefde, als koeienliefhebber lijkt me dat echt verschrikkelijk.

De dagen worden korter. Sinterklaas is terug naar Spanje. De kerstspullen komen van de zolder. De nieuwe kerstverlichting voor in de vlaggenmast wordt met hulp van de kinderen opgehangen. ‘Oe, ahh en wauw!’ is er te horen als de stekker in het stopcontact gaat.

Ik zat een paar week geleden bij de fysiotherapeut. Na elf weken pijn vanwege een schouder die uit de kom was geweest vond ik het tijd te kijken of het herstel toch sneller kon. Het bleek een aardige man te zijn. Zoals dat gaat kwamen we wat aan de babbel. Toen ik vertelde waar ik woonde zei hij: 'maar daar zit je mooi vrij'.

“Wat is jouw droom? Wat houdt je wakker? Waar denk je steeds over na? Wat wil je doen? Liever nu dan later, wat staat er bovenaan? Het begin van de songtekst van Make Some Noise Kids, die ook een lied voor de Kinderboekenweek uitbracht.

Jij kan worden, worden wat je wil
Waarmee maak jij ’t verschil?
Zoveel dingen die je later kunt doen
Vanaf nu tot aan je pensioen
Jij kan worden, worden wat je wil
Waarmee maak jij ’t verschil?
Wat vind je leuk en wat is jouw talent?
Je bent echt iets geworden
Als je bent wie je bent!

Dit is het refrein van het liedje van de Kinderboekenweek 2021. De juf heeft gevraagd of ouders iets willen vertellen over hun beroep.

Ineens zag ik het in haar ogen, de twinkeling.
Genietend van het gezelschap. Van de aandacht.
Zou ze het gemist hebben?

En opeens was het dan zover, ik was 45. Eigenlijk viel het me hard mee hoor. Veertig, daar had ik last van. Ik dacht altijd dat ik het leven wel zou begrijpen op mijn veertigste. Dat bleek dus een grote illusie te zijn. Ik snapte er nog steeds geen hol van. Dat viel me op dat moment echt wel héél erg tegen. Nu hebben we heerlijk een feestje gevierd, gewoon omdat het weer kan en ik heb er gruwelijk van genoten.
Een paar week later zat ik opeens te denken. Ik ben 22 jaar boer, als ik nog 22 jaar bij mijn leeftijd optel ben ik 67. Potverdorie, ik ben gewoon halverwege mijn boeren carrière. En het gaat net lekker. Dus dan maak je toch maar eens de balans op. Allereerst, ben ik tevreden met wat ik tot nu toe gedaan heb? Gelukkig, dat duurde niet zo lang de conclusie was al heel snel JA. Dat was een mooi begin. Maar dan, wat wil ik in de toekomst nog, naar welke kant wil ik mijn bedrijf ontwikkelen? Moet ik me al bezig houden met stoppen? Heb ik wel een pensioen? Wat is eigenlijk nog reëel want mijn lichaam wordt elk jaar ook wat ouder? Vind ik het nog leuk? Wil ik nog wel 22 jaar door? Allemaal vragen die ik in het winterseizoen toch maar eens stuk voor stuk moet gaan beantwoorden.
Maar dan toch maar eens beginnen met de belangrijkste vraag. Vind ik het nog wel leuk? Ja, ik vind het zeker nog leuk. En wat vind ik er dan leuk aan? Ikzelf vind de uitdagingen juist het allerleukst. En uitdagingen zijn er genoeg. Mijn eigen theorie is dat niet de grootste of kleinste bedrijven zullen overleven, maar juist de bedrijven die zich het best kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden.
Op dit moment krijgen koeien heel vaak de schuld van een heleboel zaken. Dat klopt natuurlijk van geen kant. Het komt er simpelweg op neer dat wij als maatschappij veel te veel consumeren. Daarin zullen we allemaal moeten veranderen en snel ook. Dat neemt niet weg dat ik met mijn bedrijf ook stappen zal moeten maken. Veranderingen, verbeteringen en uitdagingen, daar wordt ik nu eenmaal blij van. Ik denk dat ik nog een hele blije tijd tegemoet ga.

 

Heerlijk vind ik het, de dag rustig en alleen te starten. Met een kop thee en een online nieuwspagina erbij. Dat laatste, het nieuws, is overigens niet altijd bevorderlijk voor mijn stemming of voor een rustige start van de dag.

© 2019 MelkNatuurlijk