Facebook

Volg ons

De pony galoppeert door de wei. De kinderen ‘vliegen’ over het erf. Het is voorjaarsvakantie. En of het nu komt door het blije, vrije gevoel of door het stormachtige weer: de kinderen zijn druk en vliegerig.

Er wordt ondanks regen en wind buiten gespeeld. De hut gebouwd van pallets wordt als maar groter en mooier. Het zesde bakje spijkers is inmiddels aangebroken. En wat is er nu leuker dan met regen en wind lekker droog in je eigen gebouwde hut te zitten. Wanneer de wind een storm lijkt te worden, sta ik in de deuropening om de kinderen binnen te roepen. Of de hut stormbestendig is, kan beter zonder kinderen getest worden.

Ze zijn nog maar net binnen, of er vliegt een meters lange windveer van onze grote stal en landt pal naast de hut. ‘Whoo!’ Klinkt het vanachter het raam van de achterdeur. De koeien in de stal merken weinig van het stormachtige weer. Door een weerstation aan de buitenkant van de stal, gaan de gordijnen van windbreekgaas, over de gehele lengte van de stal, automatisch dicht met onstuimig weer.

Bij ons in het buitengebied worden de weersomstandigheden echt beleefd. Net als de seizoenen. Dit jaar helaas geen echte winter. Geen winter waarbij we kunnen schaatsen op onze zelfgemaakte ijsbaan. En hoeven de kinderen niet met de trekker naar school gebracht te worden omdat we zijn ingesneeuwd. Stiekem vind ik het jammer.

Aan de natuur is te zien dat het voorjaar eraan komt. Volop knopjes aan bomen en struiken. En de voorjaarsbloemen die gaan bloeien. Ook de vogels weten onze boerderij weer te vinden en vliegen er weer rond op zoek naar stro of ander materiaal voor het maken van nestjes in de stal.

In huis wordt echte warme chocolademelk gedronken. Lang stil zitten zit er niet in, al gauw wordt er achter elkaar aan gerend en gestoeid. Als de wind weer wat is gaan liggen, gaan de kinderen weer naar buiten. Heerlijk ‘vliegen’.

Dorien Benning-de Wal

Afgelopen week ontvingen wij een groep vakantiegasten op ons bedrijf. Het is donderdagmiddag en ik pik ze bij hun verblijf op. Ondanks het druilerige weer staan ze te popelen om een kijkje te nemen op ons bedrijf. Ook ik ben nieuwsgierig naar de groep, zijn er mensen met een link naar een boerderij? Misschien zijn sommige zelf boer?

Ik begin deze keer dan ook, zoals ik altijd doe, op de voergang bij de koeien met wat vragen. Onder het genot van een kop koffie kan ik zo mooi het kennis- en interesseniveau van de groep peilen en mijn verhaal hierop afstemmen. Ondertussen hebben de eerste gasten al een lik van een van onze dames te pakken en zijn de nodige foto’s gemaakt.

Ik begin mijn verhaal met een stukje algemene informatie over ons bedrijf. We houden hier zo’n 150 runderen van het ras Limousin en jaarlijks krijgen we 60 kalfjes. De dieren staan nu op stal, maar het grootste deel van het jaar lopen ze 24/7 buiten om natuurgebieden te onderhouden. We melken ze niet, het zijn namelijk vleeskoeien. Het geroezemoes begint en ik geef mensen de tijd om te reageren en vragen te stellen.

Ondertussen merk ik vanuit mijn ooghoek op dat een van de koeien wat onrustig begint te worden. Ze snuffelt in het stro en zondert zich af van de rest. Voor mij een signaal dat er wellicht een bevalling begint aan te komen en de koe wat rust nodig heeft. Ik leid de groep verder naar de andere dieren en vervolg daar het verhaal. Een van de gasten, een gepensioneerde boer, heeft de onrustige koe ook opgemerkt. Aan het einde van de rondleiding vraagt hij of ik even wil gaan kijken of er al een kalf geboren is. Helaas is dit niet het geval, ik beloof hen op de hoogte te houden. ’s Avonds bevalt deze koe van een gezonde tweeling en ik stuur ze een berichtje.

De volgende middag, ik ben in onze boerderijwinkel aan het werk, komen een paar van de gasten binnen. Of ze ook de kalfjes die gisteren geboren zijn mogen bekijken? Natuurlijk mag dat. Ik loop met ze mee en zie de opgetogen gezichten. Wat een mooi werk heb ik toch!

Elvira van Maanen

Een winderig weekend. Bij de houtkachel hebben we het over het werk wat gedaan moet worden vanavond. Taken worden verdeeld, ik ga met de kinderen kalfjes voeren. Ron melkt de koeien. Als ik in de stal kom, klinkt een vreemd geluid uit de melkstal.

We melken in een melkstal en deze zijn er in allerlei soorten en groottes. Hoe onze melkstal er uit ziet? In het midden zit een put, dit is de plek waar je als melker staat. Aan beide lange zijden is plaats voor 12 koeien. Bij binnenkomst draaien de koeien 90 graden en steken de kop tussen 2 balken door. Als de koeien melk hebben gegeven, gaan de balken omhoog en omlaag en kunnen de dames alle 12 tegelijk de stal in lopen.

Met het horen van het vreemde geluid, lijkt het alsof iets mis is met de balken. Een aantal koeien verlaat de melkstal. Dichterbij gekomen blijkt dat een staalkabel is geknapt. Mopperend hoor ik ‘en dat altijd op zondagavond.’ Samen halen we de koeien, die te vroeg uit de melkstal zijn gegaan, weer op. Het melken gaat, op halve capaciteit, door. Als de kalveren gevoerd zijn en de kinderen in rust, ga ik terug naar de stal.

Onderdelen voor de melkstal hebben we op voorraad. We kunnen niet zonder, de melkstal moet twee keer daags draaien. Een aantal nieuwsgierige dames komt ook even kijken bij de reparatie van de balk en wat we aan het doen zijn. Altijd dezelfde dames, Alma, Els en Nanna, staan met de neus vooraan. Mijn taak tijdens de reparatie; spullen aangeven, meekijken én niet onbelangrijk, de koeien bij de schroevendraaiers en het trapje weghouden.

Op dit soort momenten blijkt dat je als veehouder van alle markten thuis moet zijn. Zowel op vakgebied als ook met de techniek. Zelfs op de momenten dat je er geen zin in hebt, moeten er soms dingen gebeuren. Zo ook de geknapte staalkabel vervangen die zondagavond. Waarom we het niet maandagochtend doen? Om 6 uur ‘s ochtends moet de melkstal klaar staan voor de ochtendmelking.

De balk is weer gerepareerd, de melkstal draait weer en met gezelschap van nieuwsgierige dames is het allemaal geluk. Vee verzorgd, melkstal weer in orde en morgenvroeg: nieuwe ronde!

Geke Enting

Vijftien jaar geleden konden wij ons geluk niet op, we kregen de kans boer te worden in Nederland!

Onze vriendengroep uit de Randstad bezorgde ons een toepasselijk ‘zwartbont’ kado. Vanonder lange wimpers keken grote donkere ogen ons aan. We waren op slag verliefd op kalfje Hermina. De Hermina’s bleken een klasse apart; koeien met karakter. Zowel Hermina als haar dochter, Hermina 2, zijn de eerste jaren op onze grupstal gemolken om vervolgens te wennen aan de ruime ligboxenstal. Hermina 2, geboren in 2006 als zwartbont kalf, was haar moeders enige dochter. Zij bracht 6 vaarsjes (vrouwelijke koeien) ter wereld. Kleindochter Hermina 7; roodbonte koe met kenmerkende kop: een brede witte bles van kruin tot neus, nieuwsgierige blik en altijd gespitste oren, bleek een bijzondere koe. Wat zij wilde én kreeg was…aandacht!!

Haalden wij de koeien uit de wei; Hermina 7 kwam altijd een aai over haar kop halen. Wilde de boer de ligboxen (koeien bedden) instrooien? Dat lukte niet zonder een dikke lik van haar lange tong langs zijn wang. Maar haar favoriet waren kinderen. Stonden de koeien 3 percelen van de stal waarin een schoolklas liep? Hermina 7 had daar een zesde zintuig voor. Dan kwam ze haastig naar de stal gelopen om vervolgens gracieus alle aandacht en tientallen aaiende kinderhandjes in ontvangst te nemen.

Het opschrijven van deze ervaringen brengen emoties teweeg. Het zal u vast niet ontgaan zijn dat ik in ‘verleden tijd’ over Hermina 7 schrijf… Tijdens de eerste week van januari is ze overleden aan de gevolgen van een bloeding aan haar melkader. Verdriet in ons gezin; onze ‘knuffelkoe’ die zoveel vreugde bracht was niet meer… Die verdrietige dag viel ons iets op: haar oma, Hermina 2, heeft ook een bijzonder kenmerk: op haar geheel zwarte kop prijkt een wit hart. Ook zij had de pech om begin december ziek te worden. De oorzaak bleek een stukje metaal dat via het voer in haar pens terecht was gekomen en prikte in haar maagwand wat pijn veroorzaakte (lieve lezers: help erop te letten dat men afval in de prullenbak gooit; een blikje in een weiland en vervolgens in de maaier van de boer, kan dodelijke gevolgen hebben voor een koe).

Dit euvel is gelukkig eenvoudig te behandelen door de koe een magneetbolus in te geven, die de pijn wegneemt door het metaal uit de pens aan zich te hechtten. Hermina 7 herstelde vervolgens spoedig, tot vreugde van ons gezin. Eerste kerstdag vierden we haar dertiende verjaardag. Leven en dood staan dicht bij elkaar op een boerderij. Dat beseffen boer en boerin maar weer eens extra terwijl ze, al voerende in de jongveestal, genieten van een door het strohok springende twee maandjes jonge Hermina 18…

Bianca Straathof

Ons team luncht tussen de middag gezamenlijk op de praktijk, we praten dan gezellig bij en bespreken bijzondere of lastige patiënten en ook de werkverdeling. Zo was de vraag, wie gaat de ram even castreren, want dat is toch soms een spannende ingreep.

Vandaag mocht ik het doen, en zo reed ik naar de ram, meestal een jaarling. Daar aangekomen bleek het schaap al 4 jaar oud. Een ram van een zeldzaam ras uit Wallis, met mooie opgekrulde horens van bijna een halve meter aan beide zijden, een geweldig dier om te zien. De eigenaresse legde me uit hoe bijzonder en zeldzaam het dier was en dat ze er enorm aan gehecht waren. Helaas was hij zijn mannelijke hormonen niet de baas en bleef hij ook zijn pas bevallen ooi lastig vallen. Daarom werd besloten tot castratie. Door het enorme pak wol was het even gokken hoe zwaar deze kerel was en hoeveel narcose hij nodig had. De dikke wol hebben ze om in Tirol de koude winters natuurlijk wel nodig.

Een narcose op de boerderij vraagt altijd om zorgvuldigheid en voorzichtig werken, er is immers geen beademingsapparaat in de buurt en de dieren zijn te groot om zuurstof in het schaap te blazen, laat staan te reanimeren.

De ram was toch nog stoerder dan ik dacht en ging pas liggen na wat extra narcose. We kozen een plek bij de achterdeur van de deel, voor wat extra daglicht en konden daarna aan de slag. De ram bleek letterlijk groot geschapen, twee testikels zo groot als een flesje bier en een flink pak wol erom. Een flinke klus om al die wol weg te scheren. Vervolgens verdoven en nogmaals wassen. Doordat het flink waaide, voelde het na scheren en alcohol spray blijkbaar frisjes, want opeens kromp de balzak ineen en waren de testikels bijna in de buik in verdwenen!

Gelukkig lukte het even later wel de balzak netjes te openen en de flinke zaadstreng af te binden zodat het niet ging bloeden, een bloedende zaadstreng zou het einde van het dier betekenen. De testikels kon ik een voor een verwijderen. Nu begrijp ik pas waar de term groot geschapen vandaan komt.

In overleg met de eigenaresse besloten we het dier niet direct wakker te maken, maar rustig uit te laten slapen.

Een paar dagen later hadden we nog even contact, de ram maakte het gelukkig goed. Het was een verhelderende middag.

Bernd Hietberg

Het was kwart over zes en ik moest uiterlijk over een kwartier onze zoon naar de voetbal brengen. Daarvóór moest ik nog door het kippenverblijf om alles even te controleren.

Ik heb mij aangeleerd om elke keer met dezelfde kleding in het hok te lopen, in een overjas of overall in de kleur kaki en een wit petje. Die heb ik in verschillende maten dus als er andere mensen in het hok lopen, zoals mijn ouders, zien ze er hetzelfde uit. De pet noemen wij een kippenvangerspetje maar vissers zie je er ook wel mee.

Al met al had ik dus niet veel tijd, snelheid was geboden. Terwijl ik langs de zijkant van het hok liep zag ik dat de kippen onrustig waren. Niet ongewoon want dat gebeurt wel vaker als de kippen bijvoorbeeld net een roofvogel buiten hebben gezien.

Langs de buitenkant kunnen de kippen ook via de luiken naar de overdekte uitloop, een deel van hen vluchtte daarheen. Achterin het hok aangekomen ging ik tussen de stellingen door terug.

Omdat kippen eigenlijk bosdieren zijn vinden ze het prettig om op meerdere hoogtes te kunnen zitten. Net als in het bos, in de struiken. Zo kunnen ze ook naar boven of beneden vluchten indien er een probleem is in de zogenaamde pikorde.

Misschien kent u diezelfde pikorde wel van uw eigen werkomgeving of de politiek. Dat hebben ze gewoon rechtstreeks gekopieerd van mijn kippen, maar wel met dat verschil dat bij mijn kippen soms daadwerkelijk gepikt wordt.

Lopende tussen de stellingen duurde het nog geen twee meter voordat bij de kippen alles in rep en roer was. Ik dacht, hoe komt dit nu weer? Terwijl ik mij achter mijn oren wilde krabben merkte ik dat ik mijn pet niet op had. De kippen zijn duidelijk niet gewend aan mijn ’weelderige’ haardos. (Hier mag om gelachen worden hoor….)

Ik ben daarom zelf maar door het uitloopluik naar buiten gekropen en zo naar voren gelopen.

Zodra de rust wedergekeerd is zal ik nogmaals een poging wagen, maar ik ga eerst maar even onze zoon naar de voetbal brengen in Westerbork……

Hans Brinke

Een dagje stagelopen door secretaresses op ons melkveebedrijf. Dat werd uiteindelijk een waardevolle dag, van beide kanten!

Voordat de secretaresses kwamen dachten we na wat we hen wilden laten zien over het verzorgen van de dieren, de planten en de bodem. Doelstelling was hen een indruk te geven van de werkzaamheden en leven op onze boerderij. Op de vraag ‘wanneer komen jullie melken?’ was het antwoord snel gegeven: ’s avonds. Het feest begon die dag met het aantrekken van bedrijfskleding: een overall en laarzen.

Na een rondje over het bedrijf was daar de eerste klus: kalfjes ‘verhuizen’. Wanneer de vaarskalfjes goed en zelfstandig melk kunnen drinken, verhuizen ze naar een ruimte waar ze met maatjes kunnen vertoeven. Vergelijkbaar met een baby die vanuit de box, zichzelf ontwikkelt naar een speelkleed op de grond. De stagiaires dachten dat de kalfjes ‘gewoon’ mee zouden werken. Dat bleek anders: er werd door de kalfjes zeker karakter getoond. Na wat proberen, lukte het de stagiaires de dieren te verplaatsen naar de kalvertaxi - hiermee werden de kleinste kalfjes naar de groepsruimtes verplaatst.

Beatrix en Els, 2,5 week jong, stonden wat onwennig in hun nieuwe onderkomen. Opeens realiseerde Beatrix zich dat deze ruimte kansen bood om hard te rennen, te springen, lawaai te maken en gek te doen. Ik vertelde dat dit geweldige momenten zijn als boerin: kalfjes die blij zijn met een nieuw ingestrooide ruimte en erop los dartelen. We vervolgden de klusjes in de jongveestal.

Wat ik zelf als heel waardevol heb ervaren, zijn de gestelde vragen. De dagelijkse loopjes werden die dag vervangen door gezelligheid, kennisuitwisseling en stof tot nadenken: voor onszelf maar ook voor de stagiaires. De dag werd vervolgd met verschillende werkzaamheden: voeren, nieuw strooisel bij de koeien brengen, trekker rijden, kijken bij de gewassen en bij collega-boeren.

Uiteindelijk moesten we vlot eten om rond half 6 te starten met melken. Een leerzame, inspirerende dag! Met mooie afsluitende woorden: ‘Ik word geen boerin, maar als we jullie kunnen helpen… doen we het graag!’ Stagiaires blij, dieren blij, boerin blij!

Geke Enting

Ting, ting, ting. Het is vijf uur. Ik luid de oude koebel in de keuken. Het eten is klaar en uit verschillende hoeken van ons huis komen onze vier kinderen tevoorschijn om plaats te nemen aan tafel. Het is een gezellige bedoeling.

De één heeft nog meer te vertellen dan de ander. En er wordt heerlijk gesmuld van het suddervlees. ‘Is het vlees van Pinkie?’ Het is onze jongste dochter van vier jaar die de vraagt stelt. ‘Ja’, is mijn antwoord. Ze is niet onder de indruk. Voor onze kinderen is het heel gewoon om vlees te eten van een eigen koe. Net als eieren van eigen kip, groente uit eigen tuin en melk van eigen koe.

Er zijn maar weinig mensen die zelf voor de productie van hun voedsel zorgen. In de supermarkt is een boodschappenkar zo volgeladen met producten van over de hele wereld. Waarom liggen er in de winkels toch appels uit Nieuw-Zeeland, boontjes uit Marokko en ligt er kippenvlees uit Polen?

In Nederland geproduceerd voedsel is veilig en dieren hebben het hier goed. De controle hierop is in Nederland (gelukkig) heel streng. In Nederlands vlees en in Nederlandse melk zit bijvoorbeeld nooit antibiotica. Wij zijn koploper in de wereld voor het duurzaam produceren van gezond, eerlijk en veilig voedsel. Wilt u bewust boodschappen doen? Kijk dan naar de afkomst.

Weet dat de Nederlandse variant altijd de beste optie is, biologisch én gangbaar. Koop lokaal, misschien zelfs rechtstreeks bij de boer. Via hetkraampje.nl vindt u boeren die in uw omgeving producten verkopen. Of ga naar de plaatselijke slager, groenteboer of bakker. Weet wat je eet en geniet ervan.

Het toetje van eigengemaakte pudding gaat er bij onze kinderen in als zoete koek. Op naar de stal om te melken en de kalfjes te verzorgen. Want de dieren verdienen tenslotte de beste zorg.

Dorien Benning-de Wal

Het is 30 december, we hebben met een aantal kameraden een huisje in de buurt van de boerderij gehuurd. Dat zijn mijn kroegmaatjes van toen we met zijn allen nog op het voortgezet onderwijs zaten. Op deze manier kan ik op de boerderij aan het werk en de tijd die over is ben ik bij hen. Zo kunnen we mooi samen oud en nieuw vieren.

‘s Avonds om een uur of tien ga ik naar huis, er kan een koe afkalven en ik vertrouw het toch niet helemaal. Thuis gekomen is alles nog rustig. De koe kan die nacht een kalfje krijgen en daarom gaat ze naar de afkalfstal. Dat is een ruimte met een mooi schoon strobed, de kraamkamer. ‘s Nachts er nog een keer uit. En…. ja hoor, een mooi kalfje. Mooi dat ze die niet tijdens oud en nieuw krijgt, denk ik nog.

De koe is goed in orde, dus ‘kogelsgang weer op bed op an’. ‘s Morgens kijk ik natuurlijk weer bij het kalfje en de koe. De koe blijkt bekkeninstabiliteit te hebben. Dat is balen, dat had ik niet aan zien komen maar met een dag goed verzorgen lijkt ze sterk op te knappen. De nageboorte is er af, ze poept, drinkt, eet en plast. Het ziet er goed uit. Ik heb er vertrouwen in dat ze in het nieuwe jaar weer gaat staan.

Tijdens de laatste controle ronde, of de eerste van het nieuwe jaar, het is maar hoe je er tegenaan kijkt, staat ze nog niet. Enorm teleurgesteld ga ik naar bed. Een paar uur later loop ik weer naar de stal en zie ik haar staan!

Mijn hele dag is goed, ik fluit en zing het de hele dag. Misschien iets te luid, de mensen die langs kwamen lopen zwaaiden wel héél erg vriendelijk.

Puur geluk zit hem niet in rijkdom of macht. Puur geluk zit hem in een goede gezondheid. Ook bij dieren. Mijn motto bij de koeien is niet voor niks ‘koeblijboerblij’.

Ik wens iedereen heel veel puur geluk in 2020!

Hans Brinke

Het is tweede kerstdag. Al vroeg gaat de telefoon. Koe Paula is al uren klaar om te kalven, maar er komt maar geen kalf. Een kwartiertje later sta ik met een verlospak aan in de stal. Met handschoenen aan breng ik een arm naar binnen via de geboorteweg om te voelen wat er loos is. De baarmoederopening ontsluit niet. Paula heeft pijn en de vruchtvliezen zijn al urenlang gescheurd.

Vermoedelijk heeft Paula ergens pijn in haar bekken en durft ze niet te persen. Zonder persen komt de ontsluiting niet op gang en kan het kalfje er niet uit. Omdat het al lang geduurd heeft besluiten we een keizersnede te doen. Niet omdat het kalfje te groot is, maar omdat we moeder en kalf de beste kans willen geven.

Omdat naast Paula ook de andere koeien nog staan te wachten op hun ontbijt trommelt de boer de jeugd uit bed. Na een veel te korte uitgaansnacht assisteren bij een keizersnede met daarbij bloed en geurtjes, valt echter niet mee! Maar op die manier kan de boer zelf zijn dieren voeren.

De keizersnede verloopt vlot. Een mooi donkerbruin vaarskalfje wordt geboren, een heus kerstkalf. Paula krijgt uitgebreide pijnstilling en mag in een ruim strohok bijkomen.

Even later stap ik in de auto. De boer en zijn gezin kunnen aan het verlate kerstontbijt. Voor mij nog niet, ik moet eerst nog bij een paar patiënten langs en uiteindelijk wordt het een uitgebreide koffie met mijn eigen gezin.

Wie met dieren werkt weet dat voeding en verzorging van dieren altijd voor gaat. Plannen kunnen hierdoor zomaar anders lopen dan vooraf bedacht.......

Bernd Hietberg

© 2019 MelkNatuurlijk